GRIEP (INFLUENZA)

Influenza, beter bekend als griep, is een infectie van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door influenzavirussen. Door de symptomen – met name hoge koorts, ernstige vermoeidheid en spierpijn – kunnen patiënten vaak niet meer deelnemen aan dagelijkse activiteiten. Daarom wordt het soms informeel ook wel ‘ragdenziekte’ genoemd.

OORZAAK VAN GRIEP: GRIEPVIRUSSEN

GRIEP
GRIEP

Griep wordt veroorzaakt door twee hoofdtypen influenzavirussen: type A en type B. Type A staat erom bekend wijdverspreide uitbraken te veroorzaken en kan niet alleen mensen, maar ook dieren zoals varkens, paarden en vogels infecteren. Type B daarentegen infecteert alleen mensen en wordt over het algemeen geassocieerd met meer lokale uitbraken. Influenza A omvat ook subtypen die voornamelijk dieren treffen; een bekende variant is aviaire influenza, ook wel vogelgriep genoemd. Hoewel overdracht van dergelijke stammen op mensen historisch gezien zeldzaam is, blijft de mogelijkheid dat deze virussen pandemieën veroorzaken een ernstige zorg voor zorgprofessionals.

SYMPTOMEN EN INDICATIES VAN GRIEP

Na een korte incubatieperiode van één tot twee dagen treden griepverschijnselen meestal abrupt op. Deze symptomen omvatten hoge koorts (meestal tussen 38°C en 41°C), hoofdpijn, extreme vermoeidheid, droge hoest, keelpijn, neusafscheiding en lichaamspijnen. De koorts zakt vaak na 3 tot 5 dagen, maar gevoelens van vermoeidheid en algemene zwakte kunnen langer aanhouden. Bij de meeste gezonde mensen verdwijnen de symptomen binnen een week. Griep kan echter leiden tot ernstige en zelfs levensbedreigende complicaties bij mensen met een verzwakt immuunsysteem, onderliggende gezondheidsproblemen, ouderen en jonge kinderen. Een van de meest voorkomende complicaties is longontsteking, die het gevolg kan zijn van de virusinfectie zelf of van een secundaire bacteriële infectie.

GRIEP VAN EEN GEWONE VERKOUDHEID ONDERSCHEIDEN

Hoewel griep en verkoudheid beide virale ziekten zijn die de luchtwegen aantasten, verschillen ze aanzienlijk in symptomen en ernst. Verkoudheid wordt veroorzaakt door een breed scala aan virussen – meer dan honderd bekende typen – wat verklaart waarom mensen vaak verkouden kunnen worden. Het belangrijkste verschil tussen de twee is de aanwezigheid van koorts bij griep, die bij een gewone verkoudheid doorgaans afwezig is. Bovendien zijn verkoudheidssymptomen over het algemeen mild en kunnen mensen hun dagelijkse activiteiten voortzetten, maar griepsymptomen kunnen hevig genoeg zijn om iemand het bed te laten houden. Ondanks enige overlap – zoals een verstopte neus, keelpijn en hoesten – is de algehele impact van griep veel ernstiger.

HOE GRIEP WORDT VERSPREID

Griep is zeer besmettelijk en wordt voornamelijk overgedragen via druppeltjes in de lucht die vrijkomen wanneer een besmet persoon hoest of niest. Deze druppeltjes kunnen urenlang in de lucht blijven hangen en anderen besmetten die ze inademen. Griep kan zich ook indirect verspreiden, via oppervlakken of voorwerpen die besmet zijn met het virus. Wanneer iemand een besmet oppervlak aanraakt en vervolgens zijn gezicht aanraakt, met name zijn mond, neus of ogen, kan het virus het lichaam binnendringen. Fysiek contact zoals handdrukken, gesprekken op korte afstand (binnen een meter) en zoenen bevorderen ook de verspreiding van het virus. Drukke omgevingen zoals scholen en kantoren zijn bijzonder risicovol voor overdracht.

HET BEHANDELEN VAN GRIEP

Griepbehandeling omvat doorgaans geen antibiotica, omdat deze niet effectief zijn tegen virale infecties. Misbruik van antibiotica kan leiden tot bacteriële resistentie, waardoor een adequate behandeling wordt vertraagd en de medische kosten stijgen. Ze mogen alleen worden voorgeschreven als de griep leidt tot secundaire bacteriële infecties zoals sinusitis, longontsteking of oorontsteking. Kinderen en tieners met griepverschijnselen moeten aspirine vermijden, omdat dit in verband is gebracht met het syndroom van Reye – een zeldzame maar ernstige aandoening. De beste aanpak voor griepbehandeling omvat voldoende rust, vochtinname en het gebruik van medicijnen die gericht zijn op het verlichten van symptomen zoals koorts en pijn. In sommige gevallen kunnen antivirale middelen worden voorgeschreven, maar deze beslissing moet door een zorgverlener worden genomen. Controle op complicaties is essentieel, vooral bij kwetsbare personen.

PREVENTIEVE MAATREGELEN TEGEN GRIEP

Vaccinatie blijft de meest effectieve strategie om griep te voorkomen. Elk jaar beoordeelt de Wereldgezondheidsorganisatie de veranderende aard van influenzavirussen en beveelt ze de specifieke stammen aan die in het vaccin moeten worden opgenomen. Recente vaccins bevatten over het algemeen twee varianten van influenza A en één van influenza B. Zo bevat het vaccin van dit seizoen stammen zoals H1N1, H3N2 en een actueel type influenza B. Wanneer het gekozen vaccin nauw aansluit bij het circulerende virus, varieert de bescherming van 50% tot 80%. Bij gezonde volwassenen biedt het vaccin vaak meer dan 80% immuniteit tegen influenza A. Hoewel de effectiviteit bij ouderen mogelijk lager is, vermindert het de ernst van de ziekte en de daarmee gepaard gaande sterfgevallen aanzienlijk.

Het griepseizoen op het noordelijk halfrond bereikt doorgaans zijn hoogtepunt in de winter, dus het is raadzaam om je in het begin van de herfst te laten vaccineren, bij voorkeur in september of oktober. Mensen kunnen echter nog steeds baat hebben bij het vaccin als ze zich later in de winter laten vaccineren, vooral vóór de tweede golf van infecties in maart en april. Het vaccin wordt niet alleen aanbevolen voor mensen met een hoog risico op griepgerelateerde complicaties, maar ook voor iedereen ouder dan zes maanden zonder ei-allergie die beschermd wil worden.

Aanbevolen vaccinatiegroepen zijn:

  • Volwassenen van 50 jaar en ouder
  • Bewoners van verpleeghuizen of chronische zorginstellingen
  • Personen met chronische long- of hartaandoeningen
  • Kinderen van 6 maanden tot 18 jaar die langdurig aspirinetherapie krijgen
  • Mensen die lijden aan chronische nierproblemen
  • Personen met diabetes
  • Patiënten met een verzwakt immuunsysteem, waaronder kankerpatiënten, patiënten met hiv/aids of patiënten die een orgaantransplantatie, chemotherapie of steroïden hebben ondergaan
  • Zwangere vrouwen
  • Zorgverleners, waaronder artsen, verpleegkundigen en ziekenhuispersoneel
Contact Us
Telefoonnummer is verplicht!
Zonder landcode