ERDEMBLOG

Artikel Samenvatting Metabole disfunctie-geassocieerde steatotische leverziekte (MASLD) is wereldwijd de meest voorkomende vorm van chronische leverziekte, met name in verband met obesitas en insulinedysregulatie. De incidentie ervan neemt gestaag toe onder kinderen. Invloedrijke factoren uit de vroege levensfase, zoals het gewicht van de moeder vóór de zwangerschap, de status van zwangerschapsdiabetes en de voedingsgewoonten van de baby, blijken belangrijke factoren te zijn die het risico op MASLD bij een kind bepalen. Deze bevindingen onderstrepen de urgentie van uitgebreid onderzoek en proactieve strategieën gericht op preventie. Artikelbeoordeling Metabool disfunctionele steatotische leverziekte (MASLD), voorheen bekend als niet-alcoholische leververvetting (NAFLD), is nu wereldwijd de meest voorkomende chronische leveraandoening en treft ongeveer een kwart van de bevolking. Het wordt gekenmerkt door overmatige ophoping van lipiden in levercellen en kan zich ontwikkelen tot gevaarlijkere vormen, zoals metabool geassocieerde steatohepatitis (MASH), leververlittekening en uiteindelijk cirrose. Deze ziekte wordt vaak in verband gebracht met obesitas en insulineresistentie, en verhoogt op zichzelf de kans op cardiovasculaire complicaties. Bij kinderen is MASLD de meest gediagnosticeerde leveraandoening, met een significant hogere prevalentie onder mensen met overgewicht – wat de complexe etiologie benadrukt, die wordt gevormd door zowel erfelijke als omgevingsinvloeden. De theorie die bekendstaat als de “ontwikkelingsoorsprong van gezondheid en ziekte” suggereert dat blootstelling in de baarmoeder en in de vroege levensfase een diepgaande en blijvende invloed kan hebben op iemands vatbaarheid voor metabole ziekten later in het leven. Factoren zoals een hoge maternale body mass index (BMI), diabetes tijdens de zwangerschap en een te kleine geboorte (SGA) of een te vroege geboorte hangen samen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van chronische metabole problemen. Borstvoeding daarentegen is geïdentificeerd als een mogelijke verdediging tegen ziekten zoals MASLD. De biologische processen die deze vroege invloeden verbinden met leverziekten blijven echter grotendeels onduidelijk. Om deze relatie verder te onderzoeken, werd een systematische review uitgevoerd om te evalueren of verschillende prenatale en perinatale factoren bijdragen aan de ontwikkeling van MASLD bij personen tussen de geboorte en 25 jaar. De review analyseerde 33 studies verspreid over verschillende wereldregio’s en combineerde diverse diagnostische methoden voor MASLD, zoals magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) met levervetbeoordeling en echografie gecombineerd met elastografie. Belangrijke inzichten uit het onderzoek zijn: De BMI van de moeder vóór de zwangerschap, met name wanneer deze hoger was dan 25 of 30, afhankelijk van de onderzoekscriteria, was sterk en consistent gekoppeld aan een hogere kans op MASLD bij hun kinderen. Meer specifiek hadden adolescenten van 12 tot 17 jaar, geboren uit vrouwen met overgewicht of obesitas, een ongeveer 2,45 keer grotere kans om de aandoening te ontwikkelen. Het verband tussen maternale diabetes (zowel reeds bestaande als tijdens de zwangerschap ontwikkeld) en MASLD was minder eenduidig. Hoewel verschillende studies een correlatie suggereerden, vonden andere geen significant verband. Borstvoeding, met name wanneer deze zes maanden of langer werd voortgezet, bood een zekere mate van bescherming. Hoewel de algemene trend statistisch niet robuust was, was er een significante bevinding: kinderen met MASLD die borstvoeding kregen, hadden aanzienlijk minder kans om MASH te ontwikkelen. De kans op MASH was aanzienlijk lager bij kinderen die borstvoeding kregen (OR 0,04 en 0,37, p < 0,05), wat suggereert dat borstvoeding MASLD weliswaar niet volledig kan voorkomen, maar wel de verergering ervan kan vertragen of voorkomen. De rol van geboortekenmerken, zoals een te vroege geboorte of een laag geboortegewicht (SGA), bij het risico op MASLD blijft onzeker. Er zijn aanwijzingen dat er een verhoogd risico is bij snelle groei na een SGA-geboorte, maar over het algemeen werden de conclusies vertroebeld door inconsistente methodologieën, een beperkt aantal studies en variabele diagnostische criteria. Deze observaties maken duidelijk dat er meer grondig onderzoek nodig is om precies te bepalen hoe blootstelling in de vroege levensfase het risico op MASLD beïnvloedt. Niettemin ondersteunt het bewijs al het pleiten voor een gezonder moedergewicht vóór de conceptie en het stimuleren van borstvoeding als potentieel waardevolle interventies om de kans op MASLD bij kinderen te verlagen.

Article Summary Metabolic dysfunction–associated steatotic liver disease (MASLD) represents the leading form